Na de ‘OntKoppeling’: onderwijs op maat in een ‘normale’ setting
Eind december 2022 sloot de Amsterdamse JeugdzorgPlus-instelling De Koppeling definitief haar deuren. De jongeren verhuisden naar kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk. Dit betekende niet alleen een grote omslag voor de zorg door Levvel, maar ook een behoorlijke transformatie voor het onderwijs dat wij vanuit het Koppeling College boden aan de jongeren. Nu we een half jaar onderweg zijn en het Koppeling College inmiddels officieel is omgedoopt tot OnderwijsPlus, vragen we onze collega’s hoe het hen de afgelopen maanden is vergaan. Hoe werken zij nu en hoe gedijen de jongeren bij de nieuwe situatie?
Najat Boudount, intern begeleider bij OnderwijsPlus, begint direct enthousiast te vertellen: “Het grappige is dat je eerst eigenlijk alle scenario’s goed dichtgetimmerd wilt hebben voordat je als team overgaat in de nieuwe situatie. Alle risico’s en dilemma’s moeten worden uitgedacht om te voorkomen dat je voor verrassingen komt te staan. Maar de praktijk leert: dit behoeft zó ontzettend veel maatwerk, dat je vooral gewoon moet beginnen om daarna weer te kunnen bijsturen. Juist die flexibele mindset heeft onze werkwijze in een aantal maanden tijd zo sterk gemaakt.”
'Gewoon' naar school
De jongeren verblijven nu met maximaal 6 jongeren in een kleinschalige woonvoorziening in een wijk in Amsterdam Zuidoost. Waar de jongeren voorheen zowel zorg als onderwijs intern in de instelling kregen, mogen ze nu daadwerkelijk ‘naar school’ toe. Najat: “Daartoe hebben we een samenwerking met Altra College Zuidoost, waarbij wij voor de jongeren in OnderwijsPlus een deel van hun faciliteiten tot onze beschikking hebben. Zo hebben we een eigen theorielokaal en praktijklokaal, en mogen we ook gebruik maken van hun gymzaal en keuken. In de pauzes blijven de jongeren wel in de klas en we hanteren ook andere tijden (van 9:00 tot 12:15 uur), zodat ze niet in aanraking komen met de andere leerlingen van de school.”
Outreachend
“Voor sommige jongeren is de stap direct naar buiten nog te groot, hen bieden we in eerste instantie 1-op-1 onderwijs op de leefgroep. Onze docenten reizen dus veel heen en weer. Andere jongeren kunnen wel gelijk naar onze onderwijslocatie op Altra College Zuidoost, maar mogen bijvoorbeeld nog niet zonder begeleiding naar school toe reizen. In dat geval gaat een pedagogisch medewerker van Levvel met hen mee, en blijft indien nodig zelfs op school, in een aparte kamer. Wanneer jongeren wat verder in hun traject zijn, kunnen ze vaak wel zelf met de fiets naar school. Je kunt je voorstellen dat alleen al deze logistieke puzzel flinke uitdagingen met zich meebrengt en veel van onze medewerkers, en die van Levvel, vraagt.”
Risico’s versus voordelen
“Die versnippering van collega’s over verschillende locaties maakt je natuurlijk kwetsbaarder en kan de situatie onveiliger maken,” vervolgt Najat haar verhaal. “Bovendien blijft het spannend om jongeren zelf naar school te laten reizen. Je moet erop vertrouwen dat ze niet weglopen en na school weer terugkeren naar de leefgroep.”
Op de vraag of dit altijd goed gaat, antwoordt ze: “Over het algemeen gelukkig wel, en de jongeren die toch een keer een nacht niet thuis slapen, komen dan vaak wel weer naar school de volgende dag. In nauwe afstemming met Levvel proberen we hen dan te stimuleren ook weer naar de leefgroep te gaan. We bestraffen dergelijk negatief gedrag in ieder geval niet, maar zetten vooral in op het eigen verantwoordelijkheidsgevoel. Dat stukje autonomie is heel belangrijk voor de jongeren. We merken echt dat het normaliseren van hun leven gelijk zo’n positieve uitwerking op ze heeft! Voorheen waren jongeren er na de Koppeling eigenlijk nog helemaal niet klaar voor om weer de wijde wereld in te gaan; zoveel prikkels en veranderingen ten opzichte van de situatie binnen vier gesloten muren. Nu stomen we de jongeren al vanaf het begin klaar voor een terugkeer in de maatschappij.”
Zo tijdelijk als mogelijk
Het tijdelijke karakter van OnderwijsPlus is essentieel. Najat legt uit: “In principe krijgen de jongeren zo kort mogelijk les op onze locatie in Zuidoost. Het uitgangspunt is namelijk altijd dat een jongere blijft ingeschreven bij zijn ‘stamschool’ (school van herkomst), en dat wij slechts tijdelijk het (uiteraard wat aangepaste) onderwijsprogramma van die school waarnemen. De grootste verandering in onze werkwijze is dan ook dat wij nu al vanaf de aanmelding de stamschool bij een traject betrekken en niet pas bij de uitstroom. Op deze manier zorgen we ervoor dat de schoolloopbaan van een leerling zo min mogelijk wordt onderbroken en de jongere ook niet de verbinding en het contact met de eigen school verliest. Het gevoel ergens bij te horen is immers ontzettend belangrijk.”
Gedeelde verantwoordelijkheid
“Als blijkt dat de stamschool niet meer passend is, of als de leerling zelf niet meer terug wil naar die school, dan bekijken we alsnog samen met de stamschool waar de jongere terecht kan na zijn of haar tijdelijke traject bij ons. De hoofdverantwoordelijke blijft de stamschool, en wij ondersteunen hen door de leerling zo goed mogelijk voor te bereiden op de stap naar een nieuwe school. Helaas zijn er ook jongeren die geen stamschool meer hebben, door de vele wisselingen tussen instellingen. In dat geval kijken we samen met alle betrokkenen rondom de jongere naar welke regio en wat voor type school of vervolgplek de jongere het beste kan uitstromen. Het besef dat we daar echt gezamenlijk verantwoordelijk voor zijn, maakt dat we jongeren een duurzaam perspectief kunnen bieden.”
Van docent naar multifunctionele verbinder
Het werk van het onderwijsteam is door de transformatie flink veranderd. “Waar docenten voorheen meer klassikaal werkten en bijvoorbeeld een eigen mbo-klas of praktijkklas hadden, begeleiden ze nu vooral individuele maattrajecten. Bovendien beslaat de communicatie met de stamscholen (of vervolgscholen) een groot deel van hun werk. Onze interne mentoren hebben intensief contact met de externe mentoren om samen het onderwijsprogramma voor leerlingen zodanig aan te passen dat ze voldoende mee kunnen komen gedurende hun behandeltraject, en dus niet automatisch hoeven te doubleren. Zeker in het begin zorgde dit wel voor de nodige weerstand bij de stamscholen, omdat ze zich niet meer verantwoordelijk voelden voor die leerlingen. Maar het lukt ons steeds beter om vanaf de start duidelijk te maken dat wij een leerling niet overnemen, maar er echt tijdelijk voor hem of haar zijn. En dat een ononderbroken schoolloopbaan van groot belang is voor het herstel van de jongere.”
Van OnderwijsPlus naar Altra College Centrum
Ondertussen is Esther Suvrijn, zorgcoördinator bij Altra College Centrum, bij ons aangeschoven. Najat en Esther werken nauw met elkaar samen in de trajecten van een aantal jongeren die van OnderwijsPlus uitstromen naar de VSO-school in het centrum van Amsterdam.
Esther: “Voor de leerlingen die vanuit OnderwijsPlus bij ons zijn binnengekomen, geldt dat zij vanwege zorgen om hun gedrag niet terug konden naar het regulier onderwijs en gebaat bleken bij een kleine school voor gespecialiseerd onderwijs. Vanaf hun start bij OnderwijsPlus hadden Najat en ik (en andere collega’s) intensief overleg met elkaar hoe hun trajecten zo goed mogelijk vorm te geven. Zo is een leerling begonnen met één dag in de week in onze supportklas, speciaal voor leerlingen met individuele maattrajecten, en vier dagen bij OnderwijsPlus. Dit werd geleidelijk opgebouwd totdat ze volledig meekon in de supportklas en uiteindelijk na ongeveer drie maanden klaar was om over te stappen naar een reguliere klas op Altra College Centrum. Door samen een traject zo zorgvuldig aan te pakken, vergroot je de kans op succes.”
Kortere trajecten, kortere lijnen
En zorgvuldigheid is geboden, evenals snelheid, stelt Najat: “We merken dat de MGJ’s (machtigingen gesloten jeugdhulp) steeds korter worden, wat maakt dat wij steeds sneller moeten schakelen om het onderwijsstuk op tijd op orde te krijgen. Waar nog een grote uitdaging ligt, is dat de schoolinformatie vaak ontbreekt wanneer een jongere bij ons wordt aangemeld. Dus dan moeten wij dat dossier nog zien te achterhalen terwijl de jongere al op de leefgroep woont. Daarmee gaat natuurlijk kostbare tijd verloren, omdat we dan niet direct kunnen starten met het onderwijs. Kortere lijnen en een meer integrale samenwerking tussen onderwijs en zorg zijn hierbij dus essentieel. Daar werken we momenteel dan ook hard aan.”
Hard werken wordt beloond
Dat het OnderwijsPlus-team een pittige tijd achter de rug heeft, is wel duidelijk. “Maar gelukkig zien we ook direct resultaat,” vertelt Najat. “Doordat we nu al bij de instroom bezig zijn met de uitstroom, houden we zicht op het hele traject en zien we onze jongeren, soms al na drie maanden, ook daadwerkelijk terecht komen op de plekken die we voor ogen hadden. Dat motiveert natuurlijk enorm om zo door te gaan.”
Ontspannen sfeer
“En het allermooiste is dat de jongeren gelijk veel relaxter zijn,” vult Najat aan. “In de instelling zaten ze overal gesloten, wat hen een benauwd gevoel en stress gaf. Op de leefgroepen hebben ze nog wel dichte deuren, maar de setting is niet meer repressief en oogt normaal. Ook gaan ze nu naar een normaal schoolgebouw, waar ze zich letterlijk niet meer opgesloten voelen. Dat werpt echt direct zijn vruchten af. De sfeer is veel gemoedelijker. Sommige jongeren die nu binnenkomen doen het gelijk zo goed dat we al na een paar weken aan het uitbouwen zijn naar buiten toe, richting de vervolgplek.”
Esther knikt: “En dat werkt motiverend, ook voor de andere jongeren. Ze zien dat ze het verloop zelf in de hand hebben en snel stappen kunnen zetten. Ze weten waar ze het voor doen!”