Schakenbosch plukt al vruchten van nieuwe werkwijze
Om jongeren de best passende zorg en onderwijs te bieden, werken medewerkers van Schakenbosch Onderwijs & Zorg gezamenlijk met een persoonlijk en doorlopend integraal dagprogramma (DID) van 52 weken. Samen met de jongere, ouders en de mentoren wordt de dag ingevuld. Leren en ontwikkelen staan hierbij centraal. Zo kan het ene blok wordt gevuld met behandeling en het andere met onderwijs. Alles sluit netjes op elkaar aan. Tussendoor is er keuze uit activiteiten, waar de jongere behoefte aan heeft.
We zijn nu een jaar onderweg met het DID. We zijn er nog niet helemaal, maar er is ook geen weg meer terug. Lees de ervaring van Peter van Schakenbosch Onderwijs & Zorg.
De instroomklas
Op Schakenbosch zitten jongeren die thuis tijdelijk niet meer kunnen wonen omdat de problemen zo groot en complex zijn, dat zij in bescherming moeten worden genomen tegen zichzelf of tegen anderen. Op het JeugdzorgPlus-terrein in Leidschendam wordt naast behandeling ook onderwijs geboden. Peter is docent van de instroomklas. Hier komen jongeren als eerste terecht als zij naar school gaan tijdens hun verblijf op Schakenbosch.
In de instroomklas wordt gekeken naar welk niveau de jongere heeft en wat de best passende ontwikkelingsroute is. Een mooie ontwikkeling op het terrein van Schakenbosch is dat onderwijs én zorg samen voor het leren en ontwikkelen verantwoordelijk zijn. Door het opstellen van een Doorlopend Integraal Dagprogramma (DID) in samenspreek met de jongere, kan de best passende zorg en onderwijs worden geboden.
Het is nu ruim een jaar geleden dat het DID als nieuwe werkwijze werd geïntroduceerd op Schakenbosch. Peter ziet er dagelijks de vruchten van. Als voorbeeld geeft hij de twee jongeren die op het moment van dit gesprek in zijn klas zitten. Bij het opstellen van het DID gaven de jongeren, beiden in de puberleeftijd, aan dat zij wilden leren lezen en schrijven. Door alle problemen die er speelden, is die ontwikkeling komen stil te staan.
Iets leren waar ze heel hun leven plezier van hebben
Peter vindt het prachtig dat door te werken met het DID er nu ruimte is om deze jongeren dat te leren. De wens én ontwikkeling van de jongere staat zo centraal. ,,Ik werkte eerst op de groep als pedagogisch medewerker. In 2019 stapte ik over naar het onderwijs. Op dit moment ben ik dus bezig met de pabo. Ik had net de module leren lezen en schrijven in groep 3 afgerond, toen deze vraag kwam van de jongeren hier. Ik kan dus meteen mijn theorie in praktijk brengen en heel laagdrempelig. Doordat we werken met zo’n dagprogramma, kunnen we deze les inplannen en leren die jongeren hier iets waar ze heel hun leven plezier van hebben.”
,,Sommige jongeren pakken het snel op, sommigen ook niet. We zien dat een aantal jongeren hier moeilijk leerbaar zijn. Dan pas je je daarop aan. Het is fijn dat die mogelijkheid er is”, weet Peter.
Werkwijze redelijk ingeburgerd
Een nauwe samenwerking met zorg helpt daarbij. Als een jongere die binnenkomt niet leerbaar is, is zorg leidend. Na verloop van tijd kan het zijn dat onderwijs dat is. In samenspraak wordt alles weggezet in het DID. Na een jaar is de nieuwe werkwijze redelijk ingeburgerd, maar zijn er ook nog altijd hobbels op de weg. ,,Laat ik voorop stellen dat er geen weg meer terug is, wat mij betreft”, aldus Peter.
,,We willen wat werkwijze betreft niet terug naar de oude situatie waarin zorg en onderwijs soms lijnrecht tegenover elkaar stonden. De weg die we zijn ingeslagen met het DID is goed. Alleen moet er nog wel een slag worden geslagen op het vlak van verbinding tussen zorg en onderwijs. Ik kom van de groep, dus voor mij is het heel gemakkelijk om contact te hebben. Ik weet bij wie ik moet zijn. Dat is nog niet bij iedereen zo. Corona is hierin ook een beperkende factor geweest. Dan mochten we niet op de groepen komen en de pedagogisch medewerkers niet de school in. Ik hoop dat het nieuwe jaar ons daarin meer ruimte biedt, op termijn heb ik goede hoop.”
Hij vervolgt: ,,Daarnaast heb ik al heel wat instellingen gezien. Schakenbosch bestaat nog geen tien jaar. Wat we hier nu doen in zo’n kort tijdsbestek is echt knap, zeker als je bedenkt dat het vaak tien jaar vraagt om een cultuuromslag te maken. Het is goed als de zorg meer een beeld krijgt van wat er op school gebeurt en andersom dat onderwijs ziet wat op de groepen gebeurt. Dat we stoppen met aannames. Dan komt er over en weer meer begrip en contact en helpt dat uiteindelijk de jongeren hier het beste.”